Dag 51 : Martigny – Grand St. Bernard
30 juni 2021
Na de regen van gisteravond ziet het weer er vanmorgen ideaal uit om de beklimming van de St. Bernardspas aan te vatten: zonnig met wolken en niet te warm.
Het uitzicht vanuit mijn kamer om 7u30
Mijn batterij is volgeladen, maar ik zal er wel goed moeten op letten om genoeg stroom te hebben tot boven op de top.
Dat loopt voorlopig wel snor, want de eerste 15 kilometer klimmen maar geleidelijk langs de rivier La Dranse.
In het dorp Orsières zijn de twee cafés gesloten maar op het terras van een hotelletje kan ik wel een grote cappuccino scoren. Het valt me op dat in de prachtige bergdorpen onderweg nauwelijks toeristen zijn. Ook het verkeer valt mee. Weinig auto’s op de baan en bijna geen camions :).
Net als ik Orsières uit rijd, zwaait een fietser aan de overkant van de weg naar me. Hij vraagt me in het Engels of de tunnel in Bourg St. Bernard korter is om in Aosta te geraken. Aan zijn accent hoor ik meteen dat hij Nederlander is. Ik had hem niet meteen herkend nu hij zijn baard afgeschoren heeft, maar het is een van de twee mannen uit Groningen die ik gisteren ontmoette. Waar zijn compagnon is, vraag ik hem. Die blijkt wat last van maag en darmen te hebben, daarom ligt hij wat achterop. Even later komt de andere er aan en blijven we nog een tijdje staan babbelen. Ze blijken Jan en Dick te heten.
Daar de Nederlanders niet over elektrische steun beschikken, moet ik hen onderweg al vlug achterlaten.
In het dorp Liddes vind ik een leuk restaurant met terras vlak naast de weg. Ik bestel er een rösti (gestoofde aardappels en ui) met kaas, champignons en ei erbij, heerlijk gewoon. Ondertussen laad ik mijn batterij even bij.
Een half uur later komen Jan en Dick ook toe. Als ze mijn dampende röstischotel zien, willen ze “ook zo iets”. Jan bestelt maar een kleine portie, want zijn maag is nog altijd niet in orde. Hij gaat ook binnen eten want bezweet als hij is, krijgt hij het al vlug koud. Ze besluiten de col niet te beklimmen maar direct de tunnel richting Aosta te nemen.
Ok, tijd voor het serieuze klimwerk. Vanaf hier wordt het menens. Het eerste stuk reed ik nog 16 km. per uur op eco-stand, nu moet ik een standje hoger schakelen en doe ik nog zo’n 11 km/u.
In navolging van de Romeinen en Hannibal is in 1800 ook Napoléon hier voorbij getrokken om Italië te veroveren.
Hier had Napoleon zijn kamp opgeslagenZo zag schilder David Napoleon over de Bernardspas trekken: pure propaganda, want in werkelijkheid beklom Bonaparte de berg met een ezel. Ere wie ere toekomt, nietwaar Nelson ;)
Onderweg steek ik nog een Italiaanse man op zijn fiets voorbij. Hij woont in Brussel en is al tien dagen onderweg naar Torino waar hij met vrienden de match België – Italië wil zien.
Vanaf het stuwmeer “Lac des Toules” moet ik gedurende zes kilometer door een schaars verlichte tunnel. Maar best dat er zo weinig verkeer is.
Lac des Toules met rechtsboven de tunnel
Aan de andere kant van het stuwmeer heb je de keuze: door de compleet overdekte tunnel richting Aosta (wat de Nederlanders doen) of over de Col St. Bernard, wat ik doe.
Nog steeds op stand 2 rijd ik nu aan 9km/u. naar boven. Het wordt steeds steiler en kouder. Gelukkig krijg ik steun van de noordenwind die me in de rug duwt. Nog 10 km. te gaan en het wordt spannend: ik heb nog maar 2 blokjes stroom over.
Halfweg de col en nog maar één blokje over: het wordt net wel of net niet...
Maar dankzij het bijladen in het restaurant vanmiddag haal ik het. Daar is de top van de St. Bernard al :) :) :)
Logeren bij de paters vannacht. In de Hospice St. Bernard krijg ik een bed in een slaapzaal waar ik verder de enige ben. Na mijn douche val ik meteen in slaap voor een siësta van een uur.
Als ik wakker word, is het weer omgeslagen: mist en druilregen. Ik hoop voor Jan en Dick dat ze al in de tunnel zitten.
Voor het eten maak ik een kleine wandeling rond Le Plan de Jupiter tot aan Hotel Italia net over de grens.
Het meer op de top: le Plan de Jupiter. Het witte gebouw is de Hospice.
Daarna ga ik nog iets drinken in een restaurant annex souvenirwinkel aan de Zwitserse kant. Ook hier ben ik de enige klant.
Bij mijn warme chocomelk neem ik een flinke slok Liqueur du Grand St. Bernard, het goedje dat de St. Bernardshonden rond hun nek in een tonnetje droegen.
Ondertussen heeft de uitbaatster zich aan mijn tafeltje gezet. Ze stort haar hart bij me uit en vertelt me over de miserie die ze het laatste jaar over zich heen kreeg. Vorige zomer 60% omzetverlies door de corona-situatie, begin dit jaar pleegde haar 22-jarige dochter zelfmoord (ze toont me de foto van het knappe meisje) en als klap op de vuurpijl passeerde vorige zondag hier een tornado die de omheining in glas en metaal van het dakterras volledig wegblies, recht op een vijftal geparkeerde auto’s. “Nauwelijks klanten de afgelopen dagen. Als het zo blijft duren, kan ik mijn zaak dicht doen,” zucht ze.
Ik beloof dat ik morgen voor mijn vertek nog eens langs zal komen…
Nummer van de dag:
nog eens een Frans nummer: "Bernard's song" van Véronique Sanson, wegens de lokale heilige en bergnaam hier, maar als je goed luistert gaat het ook over baarden en grenzen .
Hoe leuk is het om weer je tochten mee te kunnen volgen. Mooie plaatjes en een moedige, sportieve Luc.
groetjes
monique toelen
Bedankt om te mogen meegenieten van jouw Francigena. Ga je helemaal tot in Formello ?
Ik ben daar van 3 tot 12 augustus. B&B Antica Pietrara.
Ciao, in culo alla balena.